Jack van Gelder roept het al jaren. Dat het niet lang meer kan duren. Al die roebels, al die getalenteerde Brazilianen, het is een kwestie van jaren voor we eindelijk eens een Russische Champions League-winnaar mogen begroeten. Jack, ziener als hij is, riep het vier jaar geleden al. Toch moet ook hij inmiddels inzien dat het allemaal niet meevalt in Moskou, Sint-Petersburg of om het even welke Russische deelrepubliek. Geld lijkt helemaal geen rol te spelen, maar te vaak wordt in alle tomeloze ambitie aan de belangrijkste vereiste voorbijgegaan. Tijd. Tijd en geduld.
Het is inmiddels tien jaar geleden dat Roman Abramovitsj in Londen neerstreek om van Chelsea een Europese topclub te maken. Vele miljarden volgden, maar vooral duurde het uiteindelijk negen jaar om The Blues de beste van Europa te maken. Inmiddels strijd Chelsea jaarlijks met nog vijf ploegen om de Engelse titel en is het in Europa op z’n meest een outsider voor de Champions League. De beste van Europa worden, is geen kwestie van een diepe portemonnee, maar vooral van een lange adem. En juist in Rusland lijken bestuurders en spelers vaak wat kortademig te zijn.
Gisteren verdween CSKA Moskou roemloos van het Europese toneel. Ook vedette Keisuke Honda heeft niet het geduld om in Rusland zijn voetbaldroom te verwezenlijken en lonkt inmiddels weer volop naar de Europese topcompetities. Een paar duizend kilometer zuidelijker werd die voetbaldroom al eerder een stuk rigoureuzer de nek omgedraaid. De clubleiding van Anzji Machatsjkala trok volledig de stekker uit het miljoenenleger dat slechts een paar jaar ervoor ambitieus de Europese top wilde gaan bestormen. Uitgezonderd Zenit Sint-Petersburg, dat met veel geluk nog een rondje met de besten mee mag, zal de Russische voetbaldelegatie dit jaar wederom z’n geluk moeten beproeven tussen de B-garnituur en de ploegen met andere prioriteiten in de Europa League. Geld speelt geen rol, maar de Russen moeten net als Jack van Gelder wat minder haast maken.