
15 Miljoen mensen op dit kleine stukje aarde, land van 1000 meningen. Deze geparafraseerde tekst van Frank Pels dateert alweer van 1996. Ondertussen zijn er weer heel wat meningen bijgekomen. Zelfs heel wat meer dan er mensen zijn bijgeklust. ‘Onze’ kwestie maakt dit weer eens onmiskenbaar duidelijk. Nog maar half bekend wat er gebeurd was, buitelden de meningen al over elkaar heen. Priemende vingertjes richting schuldigen, nalatigen, zelfs naar eigen schuld, dikke bult. Een enkeling zette zichzelf buitenspel door deze regel er met de haren bij te slepen. Niets bleef onaangeroerd, variërend van de kleinste detailoplossing tot rigoureuze ingrepen als opheffing van het voetbalspel aan toe. Maar ja, ook dit is weer een mening. In goed gezelschap, want op zeker vrijwel gelijktijdig geventileerd met die van, onder anderen, Youp en Bas. Zo gok ik althans, dit schrijvende op de vrijdagavond.
Er is ongetwijfeld een cultuurhistorische en -filosofische verklaring voor deze obsessieve meningsvorming in de polder. En hoezeer mijn vingers ook jeuken, laat ik dit toch maar over aan onze rubriek The Philosophy of Football. Edoch, de mening krijgt ernstige concurrentie te verduren van het statement. Kijk alleen al op Facebook en Twitter en je wordt gebombardeerd met dringende oproepen tot likes, retweets, downloaden van posters, zelfs tot het aanpassen van je avatar. Zonder respect geen voetbal, je moet er maar op komen. Maar nee, ik wil en ik ga er niet cynisch over doen. Het is allemaal zo goedbedoeld. Hoop ik.. Maar omdat ik niet like, retweet of geen poster voor de raam plak, voel ik me toch een beetje schuldig. Hoor ik er toch niet echt bij, bij die ongetwijfeld immense zelfverklaarde en uitgesproken anti-voetbalgeweldbeweging. Misschien denken ze wel dat ik ervoor ben..

Let wel, ik heb respect (om dat veel te vaak misbruikte woord toch maar ’n keer te gebruiken) voor alle initiatieven en de nemers ervan. Ze dóen tenminste iets. Maar ik ben zo bang dat het in veel gevallen hierbij blijft. Dat het voor velen een alibi is om het daarbij te laten, want men heeft zich nu eenmaal uitgesproken. Meegelopen in de stille tocht, meegedaan aan de discussie, de avatar aangepast. Toch, er verandert pas echt iets wanneer iedereen met dezelfde gretigheid en overtuiging straks daadwerkelijk gaat uitstralen én uitdragen dat het anders moet. Dat men dus het eigen gedrag desgewenst aanpast, maar ook en vooral optreedt wanneer anderen in en buiten het veld zich misdragen. Dat geldt voor clubbestuurders, leiders en trainers, ouders, maar ook voor overige clubleden. Leden die vaak een clubje binnen de club vormen en daarmee – en het zij hen gegund – volop plezier hebben en geen vlieg kwaad doen.
Een overgrote meerderheid van voetbalsportbeoefenaars laat zich niks gelegen aan wat er verder binnen de club gebeurt. Weet amper wat er speelt en voelt zich er al helemaal niet verantwoordelijk voor. B3? Is dat zoiets als K3 of de 3 J’s? Vaak zitten daar heel verstandige mensen tussen die van toegevoegde waarde, op zijn minst ondersteunend, zouden kunnen zijn voor de vaak hardwerkende, altijd aanwezige, maar niet altijd even genuanceerd denkende clubvrijwilligers. Gouden mensen, die echter vaak de achtergrond en de bagage missen om met lastige jongeren en situaties om te gaan.
Want dáár zit wel degelijk een angel, weet ik uit ervaring als voormalig clubbestuurder en vrijwilliger. De (amateur)clubs kunnen onmogelijk zonder vrijwilligers, maar vele vrijwilligers kunnen niet zonder club of welk vrijwilligerswerk dan ook. Dat maakt hen tot onmisbare, maar ook vaak te dicht op en bij de club betrokken personen.
En die verdienen, maar ook behoeven het om goed te worden begeleid en ondersteund. Elke (speler van een) voetbalclub kent dit soort clubmensen. En elke club kent spelers die het in zich hebben om deze mensen af en toe uit de wind te houden, te ondersteunen dan wel te beïnvloeden. Daar ligt ook een schone en veel nadrukkelijker dan tot nu toe uitgevoerde taak en toezichtplicht van de KNVB.
Maar het clubbewustzijn en -verantwoordelijkheidsgevoel zou bij veel meer mensen aanwezig moeten zijn en gestimuleerd moeten worden. Meteen bij de poort, waarbij bepaalde verplichtingen niet mogen worden geschuwd. En bij het ingaan van diezelfde poort dienen alle leden duidelijk te worden geïnformeerd over en zich te conformeren aan strikt genomen gedragsregels en de normen en waarden van de club. Op straffe van duidelijke sancties bij overtreding ervan.
En de KNVB dan? Die moet, zoals hierboven al aangegeven, veel meer een actief ondersteunende, faciliterende en toezichthoudende rol gaan spelen naar de clubs en hun vrijwilligers toe.
Maar verbeter de (voetbal)wereld en begin bij jezelf.
Ps. Laat ik één concreet voorstel lanceren om mijn wellicht al te abstracte betoog kracht bij te zetten. De wedstrijden van de B3’s – zeg maar de lagere elftallen – spelen zich vrijwel altijd af op de verst afgelegen velden en op tijdstippen waarop iedereen al lang en breed in de kantine of thuis zit. Alleen de direct betrokkenen zijn aanwezig, dus er is nauwelijks tot geen extra belangstelling/toezicht. Ten eerste, laat deze teams regelmatig op het hoofdveld, dan wel meer centraal op het sportpark spelen. Twee, elke club creëert een poule van vrijwilligers/clubleden – of stelt deze aan – waaruit om toerbeurt een duo belangstelling toont voor c.q. toezicht houdt bij dit soort wedstrijden. Hierop zijn allerlei variaties te bedenken, maar de strekking moge duidelijk zijn.
– De afbeelding die van moed en creativiteit getuigt, komt van http://www.vvor.nl